woensdag 1 mei 2013

[ARTIKEL] Corporaties orkestreren veryupping stad

[Het Parool 30 april 2013] De woningcorporaties maken hun sociale woningvoorraad te gelde en de stad wordt verdeeld onder de hoogstbiedenden, zeggen Eduard van Maarssen en Luther Blisset, krakers van twee woningen in de Schoolstraat.
 
De Schoolstraat, een karakteristiek zijstraatje van de Overtoom, werd tot enkele jaren geleden bewoond door een bont gezelschap aan Amsterdammers. Paco, de houtbewerker; Peter, de beschonken Libanon-veteraan; Babette en Lotte, de tweelingzussen; Lydia, Evelien en Jade, respectievelijk oma, moeder en dochter. Allemaal kleine huishoudens met een smalle beurs, waarvoor weinig mogelijkheden bestaan op de Amsterdamse woningmarkt. De Schoolstraat verkeerde door achterstallig onderhoud van jaren in een abominabele staat, maar kende een grote sociale cohesie. De Schoolstraat was een originele Amsterdamse volksstraat.


Woningcorporatie Eigen Haard kreeg de meeste woningen in de straat zo’n tien jaar geleden na een fusie in haar bezit. In plaats van de straat de aandacht te geven die het verdiende, heeft de woningcorporatie vanaf het eerste moment de leefbaarheid van de straat structureel ondermijnd. Vrijkomende woningen werden steeds voor korte periodes gevuld met rechteloze anti-kraakwachten. Andere woningen werden dichtgetimmerd en onklaar gemaakt. Soms werden de rioleringen volgestort met grind, de toiletpotten kapotgeslagen en de vloeren in stukken gezaagd.
              
Eind 2008 kraakten wij, een tiental Amsterdamse jongeren, twee van de vernielde panden. Wij lieten ons niet ontmoedigen door de ravage, schroefden de houten platen van de gevels en brachten de woningen binnen een maand weer in een acceptabele staat. De straat ontving ons met open armen en in een korte tijd kenden we iedereen. De begane grond van nummer 4 werd al snel – meer dan alleen onze gedeelde huiskamer – een lokale ontmoetingsplek met film- en muziekavonden en volkskeukens, waar vele buurtbewoners regelmatig te vinden waren.
             
Eigen Haard kon echter geen waardering opbrengen voor de ontwikkelingen in het kleurrijke straatje. In plaats van het sociale en monumentale karakter te willen behouden, was de corporatie voornemens de straat te slopen en tot melkkoe te kronen. Wel werd na lang gesteggel besloten de gevel aan de even zijde gedeeltelijk te renoveren, maar de bewoners moesten alsnog het veld ruimen. Onder toeziend oog van Al-Jazeera en de NOS werd iedereen die toch bleef zitten door een overmacht aan politie ontruimd. Op de plek waar ooit meer dan 70 betaalbare sociale huurwoningen stonden begon Eigen Haard kort daarop met de bouw van 11 dure koopwoningen, 8 vrije sector huurwoningen en 12 sociale huurwoningen in het duurste segment.

Dit proces is typerend voor wat met veel corporatiebezit binnen de ring van Amsterdam gebeurd. Van praktisch elke woningcorporatie zijn meerdere gevallen te vinden waarin volgens hetzelfde recept de stad getransformeerd wordt. Het onderhoud wordt gestaakt en de zittende huurders worden vervangen door antikrakers. Op een gegeven moment wordt sloop/nieuwbouw onvermijdelijk en zijn er geen georganiseerde bewoners meer met het recht op inspraak in het proces. Door vervolgens geen sociale huurwoningen maar wel dure koopwoningen terug te bouwen, is er steeds minder plek voor de minder koopkrachtigen en wordt Amsterdam onder de hoogst biedenden verdeeld.

In de Schoolstraat is deze manier van handelen tot in het extreme doorgevoerd, hetgeen niet bijzonder succesvol is gebleken. Vier koopwoningen stonden recentelijk - meer dan 15 maanden na de oplevering - nog steeds te koop voor bedragen tussen de 375 en 875 duizend euro. Echter, volgens afspraken tussen de woningbouwcorporaties, de gemeente en de huurdersverenigingen moeten voormalige sociale huurwoningen die langer dan een jaar te koop staan terugvloeien in de sociale woningvoorraad. Toen duidelijk werd dat dit met de vier woningen niet zou gaan gebeuren, besloten we aandacht te vragen voor deze situatie. Vorige week kraakten we twee onverkoopbare, leegstaande woningen, die op de plaats waren gekomen van acht voormalige sociale huurwoningen.

 Onmiddelijk na de kraak werd duidelijk hoeveel er in de straat was veranderd. De ‘tallbikes’ en oude bakfietsen werden BMW’s en Bugaboos; het kleurrijke zelfbeheer was vervangen door kunststof kozijnen omringd door prefab gesteente. Dat deze verandering allesbehalve een geaccepteerd en geleidelijk proces is, bleek uit de reacties op onze actie. Terwijl we veel steunbetuigingen ontvingen van de sociale huurders in de buurt en de rest van de stad, gingen de nieuwe kopers op hun klasse-strepen staan. Zonder enige gene voor het feit dat sommigen meer dan vier voormalige woningen bezetten, werd ons verteld dat wij - of anderen die het niet kunnen betalen - maar ‘in Almere of Purmerend moesten gaan wonen’. De kraak van de woningen doorbrak het anders geruisloze veryuppingsproces.

De perswoordvoerder van Eigen Haard - die we nog van kenden van enkele jaren terug - woont toevallig een straatje verderop. Op de dag van de kraak kwam hij langs en reageerde verbolgen. In de discussie die volgde stelde hij met misplaatste trots dat Eigen Haard volgens hem “met veel vakmanschap en liefde” aan het project gewerkt had. Klaarblijkelijk zijn het tegenwoordig de dure koopwoningen en niet betaalbare huisvesting die op het ‘vakmanschap en liefde’ van woningcorporaties kunnen rekenen.